donderdag 31 oktober 2013

De vos Reinaert

                                                                    REINAERT                                 

De vos Reinaert is een verhaal uit de dertiende eeuw, geschreven door Willem.
Dit originele verhaal ga ik vergelijken met een stripboek van Suske en Wiske.
Dit verhaal heet :'De rebelse Reinaert' dat is geschreven door Willy Vandersteen.


                                                   DE VOS REINAERT

Op het hof van koning Nobel is iedereen bij elkaar gekomen , behalve Reinaert. Heleboel dieren willen een aanklacht tegen hem indienen. Allereerst Isengrem de wolf, die vertelt dat Reinaert zijn vrouw heeft verkracht en zijn kinderen  heeft mishandeld. Dan komt Cantecleer de haan, met één van zijn vermoordde kinderen. Heel veel dieren hebben nog veel meer verhalen. Koning Nobel besluit Bruun de beer Reinaert te gaan dagvaarden.

Bruun komt op het kasteel aan van Reinaert, en zegt dat hij mee moet komen naar het hof. Reinaert zegt dat hij dat al van plan was, maar dat hij zo'n buikpijn heeft van alle honing dat hij gegeten heeft. Hij wil wel vertellen waar hij de honing kan vinden als Bruun zijn bondgenoot wil zijn op het hof.

Samen gaan ze naar een boerderij, waar een boomstam ligt , die voor een deel in tweeën is gekliefd. Bruun is van de honing aan het eten, als de boer eraan komt. Hij gaat andere dorpelingen halen, en als Bruun ze aan hoort komen rukt hij zijn kop uit de boomstam en scheurt daardoor zijn oor eraf. Eerst weten de dorpelingen Bruun te pakken te nemen, maar die weet zich te bevrijden en gaat terug naar het hof.

Koning Nobel stuurt nu Tibeert de kat. Reinaert vertelt hem dat hij mee zal gaan, maar dan de volgende dag  omdat het al laat is. Tibeert vindt dat goed als er maar eten voor hem is. Volgens Reinaert zit de schuur van meneer pastoor vol muizen.

Reinaert weet dat er een val voor hem is gemaakt in de schuur, maar hij lokt Tibeert in die val. Wanneer Tibeert in de val zit, komt meneer pastoor met vrouw en kind. Samen pakken ze Tibeert en gooien met een steen zijn oog eruit. Op het laatste moment kan Tibeert de ballen van meneer pastoor er afbijten en ontsnappen.



Nu vinden alle dieren dat Reinaert dood moet , behalve Grimbert de das
, die nu de vos gaat halen.  Reinaert gaat met hem mee, omdat anders zijn hele familie wordt dood gemaakt. Onderweg neemt Grimbert hem de biecht af. Reinaert vertelt hem alle slechte dingen die hij gedaan heeft, en krijgt dan veertig stokslagen van de das.

De koning besluit de vos op te laten hangen, maar als ze alleen zijn vertelt Reinaert dat hij een aanslag op de koning heeft weten te voorkomen. Zijn vader, die nu dood is, en Isengrijn, Bruun en Tibeert hadden een schat waar ze de aanslag mee wilde betalen. Reinaert zegt dat hij de schat heeft gestolen, zodat ze geen aanslag meer konden plegen. De koning wil weten waar de schat is en Reinaert wil dit wel vertellen, als hij  dan maar wel vrijgelaten wordt.

De koning wil mee, maar Reinaert wil eerst een pelgrimstocht maken. Van de huid van Isengrim en Bruun wil hij een tas, en hij wil dat Cuwaert de haas, en Belijn de ram hem een stuk begeleiden. De koning vindt dit allemaal goed.

Met z'n drieën gaan ze op pad. Wanneer ze bij het kasteel van Reinaert aankomen, vraagt de vos of hij afscheid mag nemen van zijn familie. Cuwaert de haas gaat mee naar binnen, maar Reinaert komt alleen naar buiten. Belijn vraagt waar de haas is en de vos antwoordt dat hij bij zijn vrouw is omdat zij is flauwgevallen. Reinaert vraagt aan Belijn of hij naar het hof wil gaan, om wat brieven af te geven. Hij geeft hem de pelgrimstas en zegt dat Belijn er niet in mag kijken, maar wel tegen de koning moet zeggen dat hij medeverantwoordelijk is voor het gene wat er in zit. Als Belijn alleen terug komt op het hof, weet de koning dat hij bedrogen is. De koning laat Isengrijn en Bruun vrij, en zegt dat zij  Belijn en zijn familie mogen doden.



Op dat moment roept iemand dat de drie gevangenen zijn ontsnapt en besluiten Lambik en de kinderen naar huis te gaan. In het land Reinaert is de vos onderweg naar Rome, en kan niemand de schat vinden.


DE REBELSE REINAERT

Het verhaal begint met de hofdag, en iedereen roept tegen de koning dat Reinaert dood moet. Drie mannen met een pij aan horen dit  en verlaten het paleis. De mannen gaan naar hun schuilhol, en zeggen tegen elkaar dat het goed voor hen is dat alle aandacht naar Reinaert gaat. Wat ze wel willen dat iemand Reinaert in de gaten houdt, omdat ze hem niet vertrouwen.

In het kasteel vertellen de dieren  wat er allemaal mis is. Iemand roept dat al haar kinderen zijn opgegeten door Reinaert, een ander heeft het over een witte mars. Er wordt geroepen over de regering, die de schatkist heeft geplunderd en over smeergeld en werkeloosheid. Ze hebben het ook over vluchtelingen. Er wordt ook geroepen dat het allemaal de schuld is van Reinaert, en dat hij dood moet. De koning neemt een besluit en zegt tegen Bruin de beer dat hij Reinaert moet dagvaarden.

Één van de drie mannen in een pij gaat naar Merlijn de tovenaar, om te vragen of hij iemand kan vinden die de gangen na kan gaan, van iemand die verdacht wordt van het beramen van een staatsgreep. Merlijn belt Lambik, legt hem alles uit, en haalt hem en Suske en Wiske op en brengt ze naar de dertiende eeuw. De drie mannen vertellen Lambik dat ze een geheim genootschap zijn, en  bang zijn dat Reinaert de vos koning Nobel van zijn troon wil stoten. Lambik moet Reinaert schaduwen.

Vermomd als pelgrims gaan Suske en Wiske naar het kasteel van Reinaert. Ze mogen van de vos blijven slapen en zien dat hij een goed vader en echtgenoot is. Dan komt Bruin om Reinaert te halen. De vos zegt dat hij wel mee wil  maar dat hij vreselijke buikpijn heeft , omdat hij heel veel honing heeft gegeten. Bruin vraagt of hij ook zoveel honing mag eten, dan neemt hij Reinaert in bescherming.

Suske en Wiske zorgen ervoor dat Lambik ze volgt. Bruin slurpt honing uit een gespleten boomstam, als Reinaert de wig wegslaat, die de boomstam uit elkaar houd. Bruin komt vast te zitten met zijn snuit, maar Lambik weet hem los te krijgen. Ondertussen roept Reinaert tegen de burgers, dat iemand honing steelt. Bruin is er al vandoor, dus ze pakken Lambik op en gooien hem in de gevangenis.



Reinaert heeft in de gaten gekregen dat Suske en Wiske bij Lambik horen, en slaat ze bewusteloos. Hij hangt ze op boven een groot vuur, en als ze wakker worden denken ze dat ze gaan verbranden. Gelukkig gaat het heel hard regenen, en het water dat door de schoorsteen naar binnen slaat, dooft het vuur. Ze weten zich te bevrijden en gaan ervandoor.

De volgende dag wordt Lambik uit de gevangenis gehaald. Wanneer zijn hoofd al op het hakblok ligt, weten Suske en Wiske hem  op het laatste moment nog te bevrijden.

Als Bruin zonder Reinaert terug komt bij het hof, wordt Tibeert de kat gestuurd. Lambik is ook bij koning Nobel en vertelt dat hij is ingehuurd door een geheim genootschap, om Reinaert in de gaten te houden.  De koning maakt Lambik eerste minister en ontslaat Isengrim de wolf, die dit eerst was. Lambik stuurt Suske en Wiske op inspectietocht door het land.

Tibeert de kat is nu bij Reinaert, die wel mee wil komen maar dan de volgende dag omdat het al laat is. Tibeert vindt dit wel goed , als hij maar te eten krijgt. Ze gaan samen naar de schuur van meneer pastoor, want daar zitten vette muizen zegt Reinaert. Om te bedanken daarvoor, wil Tibeert de vos wel in bescherming nemen bij de koning.

Suske en Wiske zijn moe van al het rijden en klimmen op de hooizolder van de schuur van meneer pastoor. Aan de andere kant van de schuur komen Tibeert en Reinaert binnen. De vos zegt dat de kat zijn kop door een gat moet steken, waarachter de muizen zitten. Als Tibeert zijn kop er insteekt, zit hij in een strop die Reinaert strak aantrekt. Buiten staat één van de mannen van het genootschap. Hij heeft Suske en Wiske naar binnen zien gaan, en gooit een brandende fakkel de hooischuur in. De kinderen springen naar beneden en zoeken een uitweg, als ze iemand horen roepen. Het is Tibeert. Ze halen de kat uit zijn strop en weten te ontsnappen.

Meneer pastoor komt eraan en andere mensen. Samen met Suske en Wiske proberen ze het vuur uit te krijgen. Dan roept iemand dat zij handlangers van de honingdief zijn, en snel gaan Suske en Wiske er vandoor.

Wanneer ze in het bos zijn, komt er een man in een pij naar hun toe, die zegt dat hij ze zal helpen. Hij neemt ze mee naar een hol, en als ze binnen zijn bedreigd hij ze met een zwaard. Hij bindt ze vast en laat nu zien wie hij is. Het is Isengrim de wolf. Hij is van het genootschap, die koning Nobel van de troon af wil stoten.


willen stoten. Isengrim gaat weg, en zorgt dat het hol vol stroomt met water. Suske en Wiske denken dat ze gaan verdrinken, als er een mol verschijnt die samen met al zijn vriendjes gangen gaan graven, waardoor het water wegloopt. Een rat knaagt daarna hun touwen door.

Tibeert komt bij koning Nobel terug zonder Reinaert. Dan komen Suske en Wiske binnen en vertellen dat ze een complot ontdekt hebben. Isengrim wil de troon . Koning Nobel zegt dat hij eerst Reinaert wil, en dat Lambik hem moet halen.

Lambik gaat verkleed als Grimbert de das, en Reinaert gaat meteen met hem mee. De koning roept dat hij de doodstraf gaat krijgen, maar Reinaert zegt dat hij koning Nobel iets moet vertellen. Reinaert vertelt de koning, dat Isengrim, Tibeert en Bruin de troon over willen nemen. Ook vertelt hij over een schat, die hij wel wil inruilen voor zijn vrijheid.

De koning vraagt wat Lambik hier van vindt, maar die wil eerst weten waar Suske en Wiske zijn en of zij iets weten. Zij zitten op dat moment in een kroeg, als de drie mannen binnen komen. De drie zien Suske en Wiske ook, en het wordt vechten. Lambik komt precies op het goede moment binnen, en ze weten de drie te overmeesteren.

Reinaert vertelt de koning alles over zijn moeilijke jeugd en begint te huilen. De koningin wil alles over de schat weten, en Reinaert vertelt dat zijn vader op zijn sterfbed hem over de schat vertelde. Weer wil hij vrijheid in ruil voor de schat.
De koningin weet de koning over te halen en Reinaert wordt vrij gelaten als hij een boetetocht doet.

Dan zijn Isengrim, Tibeert en Bruin aan de beurt. Zij worden schuldig bevonden aan landverraad, wapenbezit en bendevorming en zullen levenslang krijgen.
De koning bedankt Lambik en de kinderen, en dan verschijnt Merlijn. Hij zegt over de rechtspraak in dit land heb ik zo mijn bedenkingen. Maar het is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven, waar geld en macht, de oren en de monden sluiten.



Ik heb twee samenvattingen gemaakt van Reinaert de vos. Het eerste is van het oorspronkelijke verhaal en de tweede van Suske en Wiske.  Er zitten wel verschillen in de twee verhalen, maar in grote lijnen komen de verhalen wel overeen.

Bij Suske en Wiske begint de schrijver natuurlijk in het heden, want hij moet eerst Suske en Wiske op één of ander manier naar de middeleeuwen verplaatsen. Dit doet hij met behulp van Merlijn de tovenaar.

Bij de hofdag waar het verhaal mee begint, mogen de dieren hun klachten laten horen aan koning Nobel.  In beide verhalen gaat het over Reinaert de vos, die de doodstraf verdiend, omdat hij steelt en dieren heeft vermoord. Bij de Suske en Wiske  versie willen de dieren dit ook, maar ze roepen ook dingen als witte mars, werkeloosheid en vluchtelingen. De schrijver van Suske en Wiske geeft hiermee de problemen van nu aan. Dingen die in de Middeleeuwen  nog niet voorkwamen.

In het Suske en Wiske verhaal beginnen ze met een geheim genootschap. Dat zijn drie dieren die de troon over willen nemen. Zo komen Lambik en Suske en Wiske in het verhaal. Lambik wordt als een soort detective in dienst genomen door de drie. In het oorspronkelijke verhaal is er geen genootschap, maar willen dezelfde drie  koning Nobel van de troon stoten.

Reinaert wordt in beide verhalen door Bruun, Tibeert en Isengrim gedagvaard, alleen komen in het tweede verhaal Lambik en Suske en Wiske daarbij ook in de problemen. Wat nog meer een verschil daarbij is, zijn de verwondingen. In het oorspronkelijke verhaal zijn de verwondingen veel groter. De schrijver heeft het over een oog die er uitgegooid wordt door een steen, maar ook over testikels die er afgebeten worden en de beer die zijn oor verliest. Ik denk dat bij Suske en Wiske dit soort dingen er niet in staan, omdat het ook door kinderen gelezen wordt.

Door het hele verhaal heen van Suske en Wiske, komen Lambik en de kinderen  in gevaarlijke situaties terecht, waarbij ze steeds bijna dood gaan. Dit is natuurlijk anders dan in het oorspronkelijke verhaal , waar deze drie niet in voor komen.

In de beide versies wil Reinaert  zijn vrijheid in ruil voor een schat. Bij Suske en Wiske moet de vos een boetetocht  doen. Hij gaat alleen, en de schat waar naar gezocht wordt , vinden ze nooit. Bij het oorspronkelijke verhaal wil Reinaert een pelgrimstocht maken, maar hij wil dat Belijn de ram en Cuwaert de haas  een gedeelte met hem meereizen. Wanneer Reinaert nog even afscheid wil nemen van zijn gezin gaat Cuwaert met hem mee naar binnen. Hij wordt opgegeten en zijn kop wordt in een tas gestopt. Aan Belijn wordt vertelt dat Cuwaert bij de flauwgevallen vrouw van Reinaert blijft, en Belijn wordt met een tas vol brieven(eigenlijk met de kop van Cuwaert) teruggestuurd naar het hof.

Bij Suske en Wiske weten de drie verraders te ontsnappen, en bij het oorspronkelijke verhaal worden ze vrijgelaten en mogen ze Belijn en zijn familie opeten.


Waarom de schrijver van Suske en Wiske dit eind anders heeft gemaakt is misschien weer vanwege het geweld. Dit keer een afgevreten kop in een tas, maar ook het doden van Belijn en zijn familie.

In het Suske en Wiske verhaal heeft Merlijn de tovenaar het nog over de rechtspraak. Hij zegt dat niet alleen de rechtspraak in de middeleeuwen slecht is, maar in alle tijden. Geld en macht sluiten de ogen, oren en de mond.



                                    OORDEEL OVER BEIDE VERSIES

Ik vond beide versies leuk om te lezen, omdat het in dit geval over dieren gaat, terwijl het net zo goed over mensen zou kunnen gaan. Eigenlijk kan het niet over dieren gaan , omdat ze heel anders zijn dan mensen. Mensen zijn wreed en  hebben de slechte eigenschappen die ze hier aan de dieren hebben gegeven, zoals: wreedheid, inhaligheid en gulzigheid.

Wel vind ik Suske en Wiske leuker, omdat zij in het hele verhaal voorkomen en ik  Suske en Wiske altijd graag lees. En natuurlijk omdat het een stripverhaal is.








                                        SCENE UIT:      VOS REINAERT

Het beeld van het moment dat Bruun stiekem aan het eten is van de honing.

Bruun zit met zijn kop in een gespleten boomstam, als hij de boze stem van de boer en nog meer burgers hoort.  Hij wil meteen weg, als hij merkt dat zijn kop vastzit. Bruun wordt bang voor wat ze met hem zullen doen als ze hem te pakken krijgen. Het geschreeuw komt steeds dichter bij, en Bruun trekt zo hard als hij kan. Zijn kop komt los, hij voelt vreselijke pijn, ziet heel veel bloed, en ziet dat zijn oor nog in de boomstam zit. Zo snel als hij kan maakt hij dat hij weg komt.





















Geen opmerkingen:

Een reactie posten